Als ik kom aanlopen, zie ik Junior op het hekje voor het huis zitten.
“Waarom zit je hier?” vraag ik terwijl ik zijn kleine broertje een croissantje van de Turkse bakker in zijn handen stop.
Voorzichtig mompelt Junior dat hij zijn sleutel kwijt is. Terwijl hij uitlegt dat hij echt overal heeft gezocht, naar de conciërge is geweest, en wat hij allemaal nog meer gedaan heeft, begint hij steeds sneller en harder te praten. Alsof hij me geen kans wilt geven om boos te worden.
Natuurlijk ben ik pissig dat hij zijn sleutel kwijt is. Maar ik vind het vooral zielig dat hij ruim 2 uur op het hekje voor het huis heeft gezeten.
“Waarom heb je niet gebeld?” Vraag ik licht geïrriteerd, voornamelijk omdat hij onnodig voor de deur heeft gehangen. Langzaam maar zeker komt er een stroom van semi-verklaringen op gang: de buurman was niet thuis, oma reageerde niet op zijn what’s appje, hij wilde ons niet bellen om ons niet te storen, hij had er niet aan gedacht om langs een vriendje van de basisschool langs te gaan of naar de creche van zijn broertje…
Zo slim. Maar zijn brein inzetten om een concreet probleem op te lossen, ho maar. Misschien genoot hij er ook wel van. Zon op zijn gezicht, boekje erbij. Of gewoon wegdromend in zijn eigen fantasiewereld. Op een hekje voor het huis, met de tijd als bijzaak. Wie komt daar aangelopen in de verte?